bade 003

Is er wel te zien wat ik denk te zien ? Een kaal geschilde boomstronk die op zijn kop staat, de splitsing van stam naar takken beneden, in wankel evenwicht gehouden door een smalle tak die ook weer gesplitst rust tegen de vloer. Of zijn het drie boom/wortelstronken in elkaar gemonteerd met gladgestreken, donkere lijm? De bovenste v-vormig uitlopende wortelstok draagt een snoer van aan elkaar geregen harde, puntige zaden. Dit snoer hangt neer over de bodem van een omgekeerde fles, die met zijn hals op een flessenhals onder hem staat, van een fles die met zijn bodem op de bodem van een omgekeerde fles rust, die op zijn beurt op een flessenhals rust van een fles die op de grond staat. De stronk lijkt een swingend dansje op te voeren voor de stijve flessentoren, terwijl ze de ketting wulps over de flessen laat zakken. Twee flessen, en nog eens twee flessen, en een ketting en een boomstronk en een wortelstok met twee uiteinden en nog een stok met twee uiteinden. Alles even wankel.

De stronken veel hoger en massiever dan de rechtopstaande glazen toren. Wie houdt wie in evenwicht? Waarom doet me dit denken aan een uitheemse sjamaan die een of ander ritueel uitvoert? Wat voor vloeistof heeft de boom voortgebracht die in zulke flessen wordt verhandeld? Heet het beeld moeder omdat de flessentoren doet denken aan een koppoter zoals kinderen die tekenen: kop – hals -  buik -  voet? Zullen de flessen nog gaan groeien? Heel veel vragen maar geen antwoord van het beeld. Het is wat het is, een samenstelling van onvermoede samenstellende delen, samengebracht omwille van een of meerdere verwantschapsbetrek-kingen, waarin de samensteller een voorstelling zag. Een moeder, welke moeder? Maria? Is de zadenketting een verwijzing naar de doornenkroon en verwijst de flessentoren naar het kruis? Of neemt nu mijn westerse christelijke cultuur een loopje met me? Bah. Bah en nog eens bah, want ik snap het niet, maar ik vind het wel een mooi beeld.

bade 009

Dan maar even verderop kijken in de museumzaal:een zwart/wit beeld. Een koppoter van takken, vastgeschroefd met haaksteunen op  twee barkrukken. De kop een olieblikvorm afgegoten in pirschuim met een zwarte bivakmuts strak eroverheen getrokken. Rond het middel een witte boxershort uitgespannen als een vlag. Onderaan het linkerbeen een gouden ketting, een gebarsten kleikop met een blauwe blinddoek, een witte bandage met iets onduidelijks er in en een roze kussentje tegen de kruk. Zelfmoordterrorist? Een bordje in de zaal vermeldt Hooligan, maar ik ben intussen zo onzeker geworden dat ik me afvraag of die titel wel bij dit beeld hoort. Het kan zijn. Maar waarom ziet deze hooligan er dan zo uit? Het antwoord kan alleen maar zijn dat hij er niet zo uit ziet om dat hij op een echte hooligan moet lijken, maar omdat hij bij mij het gevoel op moet roepen van: ‘pas op, daar heb je een hooligan’. Gevoel in plaats van gelijkenis. Angst opgeroepen door signaalkleuren en herinneringen: bivakmuts, zwart, sportbroek, krukken. Stereotiepen, behoorlijk gruwelijk. Spot en ironie gepaard aan dreiging: ook al lijkt het nergens op, denk erom er is wel degelijk iets! Dit absurde lijf roept op wat hier niet aanwezig is en maakt gevoelens wakker, die in slaap waren gesust. Er kleeft bitterheid.

bade 012

Het beeld dat nog gemaakt moet worden is een rijdend bouwwerk dat bestaat uit een rollator met een aangehaakt karretje. In plaats van een mens die de rollator voortduwt rijst er een lattenwerk op waaraan een aantal voorwerpen zijn bevestigd. Trottoirtegels als verzwaring van de basis, een kartonnen doos die uitpuilt boven een ‘been’ met laars, misschien een beeldspraak voor de last die de mens met zich meesjouwt tegen de tijd dat hij een rollator in gebruik neemt. Er is ook een kinderbadje waar van alles uithangt, een broodplank met de letters MAMA, en uit het mandje van de rollator rijst een klomp piepschuim die met enige fantasie zou kunnen staan voor een oud voorovergebogen mens met rode haren, die tegelijk een kraag is omdat er een driehoek uit het hoofd steekt die het badje stabiliseert Het beeld bestaat zo voor een deel uit voorwerpen met een eigen betekenis, voor het andere deel uit de constructie die deze voorwerpen moet dragen. Wat precies voorwerp is, en wat noodzakelijke constructie, is niet altijd duidelijk van elkaar onderscheiden. Als je er al van uit gaat dat alle ongeschilderde regels en balkjes de draagconstructie vormen, als een soort rijdende hijskraan, dan nog ontstaat er een nieuwe eenheid zoals uit het voorbeeld: plank met laarsje staat voor achteruit geheven been, duidelijk wordt. Wanneer je de hele optocht beschouwt als metafoor voor het leven, begint het bij MAMA, en loopt via kinderbadje, kindertekening (driehoek) en gebogen figuur terug in het mandje van de rollator, die de last van het leven met zich meesleept, tegelijk vooruitkijkend naar de jeugd die geweest is.

bade 023

In de volgende zalen wordt de rust verlaten en loop ik als het ware door de keuken van Bade: overal onduidelijke voorwerpen, bouwmateriaal en oude beelden, losgebroken stukken uit vroegere sculpturen, nieuwe combinaties met pir en piepschuim, kortom de vreemdste ingrediënten waarmee David weer nieuwe bedenksels kan bakken. Het tempo waarin allerlei associaties worden opgeroepen en weergegeven ligt verbijsterend hoog, en doet zich ook al voor in de wat oudere sculpturen. Maar toch is de schijn van chaos bedrieglijk. Na een aantal keren rondgelopen te hebben, onderken je een patroon van dingen die bij elkaar horen, of bij elkaar geplaatst zijn, om in hun samenhang nieuwe mogelijke betekenissen op te roepen. Ze zijn van elkaar gescheiden door kronkelige looppaden, die je als toeschouwer in staat stellen om als in een weelderige tuin, vanaf allerlei standpunten, de perken te bekijken en alles wat er groeit en bloeit te bewonderen. De chaos is geen chaos, maar een aanplant van jonge en nieuwe ideeën, die op het punt staan uit te botten, naast vormen die al volgroeid zijn. De talloze verwijzingen in de schilderingen op de muren eromheen naar erotiek, macht en geweld, naar onze ingewikkelde samenleving met alle eigentijdse kenmerken uit de wereld van de media, de popcultuur en het internet, brengen deze tuinen onder in de wereld van de kunst, waar alles is toegestaan, in ongebreidelde vrijheid, zolang het maar betekenis draagt en niet blijft steken in zinloze gekte.

bade 031

Die wereld van de kunst is op veel plaatsen aanwezig in het werk van David Bade. Daar zijn al veel artikelen over geschreven en ook de catalogus draagt daar zijn steentje aan bij. Hoe kunsthistorische verbanden zijn te leggen met beeldhouwkunst uit de geschiedenis, maar ook met die uit de eigen tijd, hoe de mentaliteit van de huidige tijd doorwerkt in Bade en in zijn werk, en hoe het werk gelezen kan worden als vervolg op Dada, de collages van Kurt Schwitters, en tegelijk veel te maken heeft met Beuys’ ideeën van Sociale Plastik.
Daar is nog veel over te zeggen, daar kom ik later nog op terug.

bade 060

Nu moet eerste stap  zijn om het werk uitvoerig en nauwkeurig te genieten, te bekijken en te beschrijven, en voorlopig voor zichzelf te laten spreken. Smakelijk proeven zoals het ‘appelation controlée’ hiernaast.

1000 Resterende tekens