Vijlen stillWEB

21 maart 2010
Een speciaal door Jan voor de tentoonstelling ontworpen stellage bestaat uit een combinatie van een zwart stalen frame met daarin een aantal glasplaten. Op die glasplaten liggen voorwerpen, die dankzij de transparantie van het glas een relatie met elkaar aangaan. Zo worden dingen en momenten niet van elkaar gescheiden, maar juist met elkaar verbonden.
Dat zwart stalen frame is opgebouwd uit losse elementen, allemaal identiek, die in elkaar geschoven het frame vormen. Om ze identiek te krijgen en in elkaar passend, moest Jan de gleuven in de elementen zelf vijlen.

Uren en uren, dagenlang, stond hij in zijn winterkoude atelier te vijlen, in de landelijke stilte van Oude Niedorp. Alleen het zingen van de vijl op het staal en Jans zware adem waren hoorbaar. Van dit vijlen is een video opgenomen die in de tentoonstelling te zien zal zijn. ‘Het werd een mantra’ zegt Jan, ‘de Mantra van het Vijlen’.
In het Sanskriet wordt ‘Man’ van ‘Manasah’ vertaald met ‘geest’ en ‘tra’ met bevrijding door beheersing. Mantrameditaties zijn meditaties waarin een herhaling van een geluid, woord, zin of affirmatie ons meditatieobject of de focus voor onze gedachten is. Het is opvallend dat Jan dit woord kiest in samenhang met de ritmische beweging van de vijl, die door zijn voortdurende herhaling een verandering in de stalen vorm teweegbrengt. Het woord mantra weekt het begrip verzoening los uit de christelijke traditie, en geeft aan de verzoening tevens een oosters accent.
Het ritmisch vijlen brengt een verzoening teweeg tussen de stijlen van de vorm, maar ook tussen de vorm die Jan wenst en er nog niet is, en tussen het geduld van Jan en de weerstand van het materiaal. Het geduldig en ambachtelijk bewerken van het materiaal is de enige manier om het zover te krijgen dat het past, en de vorm krijgt waarmee Jan zich kan verzoenen. Verzoening kost zorg, tijd en aandacht. Verzoening is een vorm van rijpen.
De tentoonstelling bij galerie Wegert & Sadocco in Winkel (NH) wordt gecomplementeerd door een opstelling in Jans atelier in Oude Niedorp, niet ver daarvandaan. In het atelier ligt de nadruk op het proces van de arbeid, op het ‘laboratoriumkarakter’, zoals Jan dat noemt. Dat is de plek waar de kunstenaar zijn stille, ongeziene groei doormaakt, terwijl in de Galerie in Winkel kunstenaar en toeschouwer elkaar ontmoeten. Jan Mors nodigt iedereen uit, die de tentoonstelling in galerie Wegert & Sadocco bezoekt, om een voorwerp mee te nemen van persoonlijke betekenis als het om ‘verzoening’ gaat. De kunstenaar is vooral geïnteresseerd in de verhalen achter deze voorwerpen. Hij wil deze verhalen ook schriftelijk documenteren. Alle meegebrachte voorwerpen krijgen een plek in de tentoonstelling. “Het mooiste zou zijn”, zegt Jan Mors, “als er aan het eind een compleet andere tentoonstelling zou staan dan aan het begin.” In feite duidt dat op zijn verlangen naar een ritueel, waarbij mensen met elkaar een gemeenschappelijke band aangaan, zoals bijvoorbeeld te zien is bij de spontane acties tegen zinloos geweld. Alleen wordt de betekenis nu verveelvoudigd: het gaat niet alleen om de verzoening met elkaar, of de verzoening met jezelf, maar ook om de verzoening met de verzoening. Want om te kunnen verzoenen, moet het verzoenen zelf eerst geaccepteerd worden.

1000 Resterende tekens