(Leestijd: 7 - 14 minuten)

Het gaat net zoals met die fel begeerde, tamelijk zeldzame auto die je net verworven hebt. Opeens zie je ze overal rijden.
Deze afbeelding van Helmie Brugman staat dit jaar op de Grote Nederlandse kunstkalender. “Ik dacht eerst aan Tahon,” zei mijn vrouw, die zelf kunstenaar is. En er zit absoluut veel Tahon in deze afbeeldingen, net zoals er veel Michelangelo in Tahon zit.
Met deze uitspraak wil ik echt niemand tekort doen. Maar Kunst komt nu eenmaal nooit uit de lucht vallen en absolute originaliteit bestaat niet. Wij hebben allemaal onze geschiedenis en die brengen we met ons mee wanneer we iets maken of wanneer we iets beschouwen. In de begeleidende tekst van deze foto staat dat Helmie zich liet inspireren door Michelangelo: “ de Renaissance-kracht van de David bracht haar terug tot een ideaal kind, kwetsbaar en nog in alle onschuld, van voor de val uit het paradijs.” In Helma ’s oeuvre vind je een van de antwoorden waarom wij ons nu nog bezig zouden kunnen houden met Michelangelo. Dat is een antwoord van een kunstenaar en niet van een kunsthistoricus zoals ik. Zo’n antwoord werd ook geformuleerd door de kunstenaar Giambologna, tijdgenoot van Michelangelo. Hij maakte als een van de eersten kopieën naar Michelangelo’s beelden, op klein formaat, uit eigen aanschouwing.

Over Giambologna gaat het deze keer. (1)

Giambologna

In het jaar dat Michelangelo (1475-1564) 54 werd, werd er in het Franstalige Vlaanderen een jonge beeldhouwer geboren die later de naam Giambologna droeg, verbastering van Jean de Boulogne (1529-1608). Nog eens 80 jaar later werd Artus Quellinus (1609-1668) geboren, de beeldhouwer waarmee we deze serie zijn begonnen. Wat hen alle drie bindt is Michelangelo’s Sagrestia Nuova met de vier beeldhouwwerken van de dagelijkse tijdencirkel: ochtendgloren, dag, schemering en nacht.

In 2018 claimde de collectie van de staatskunstcollecties in Dresden (SKD) dat zij 4 kleine beeldjes hadden, gemaakt door Giambologna, kopieën naar de beelden van Michelangelo. Het was nogal een ontdekkingstocht geweest om te kunnen bewijzen dat deze vier kleine beeldjes gemaakt waren door Giambologna. (2)

Jean de Boulogne, die later bekend stond als Giambologna, reisde rond 1550 naar Rome na het voltooien van zijn opleiding in Antwerpen. Zijn terugreis bracht hem langs Florence waar hij een tijdje zou blijven maar nooit meer vertrok. De Medici hadden genoeg werk voor hem, vooral nu Michelangelo in 1535 door de paus terug was gehaald naar Rome.

Tegenwoordig wordt de Renaissance beschouwd als een periode waarin de kunst niet alleen de antieke kunsten wilde doen herleven, maar vooral wilde overtreffen. De oudheid was een inspiratiebron, maar beslist niet bedoeld om klakkeloos na te bootsen. En dus is het heel goed mogelijk dat Giambologna naar Rome ging om zich door de wonderen van zijn eigen tijd in de beeldhouwkunst te laten inspireren.

En zo trof Giambologna op de terugweg naar huis in Florence een kapel aan die in een rommelige bouwkundige staat verkeerde, onvoltooid nadat Michelangelo hem overhaast achter had moeten laten. Vier beelden van de tijdstippen van de dag stonden nog her en der verspreid op de grond, de sarcofagen waarop ze waren gepland, waren nog niet aanwezig en veel van de attributen die door Michelangelo bedoeld waren, zoals riviergoden, moesten zelfs nog helemaal gemaakt worden.

Vier kleine kopieën

Giambologna hakte uit albast 4 miniatuurbeeldjes naar de voorbeelden die hij aantrof. Volgens het museum in Dresden kwamen zij in het bezit van Cosimo I in Florence en via een schenking door hem in Dresden. Daar hebben ze bijna 500 jaar bijna vergeten in opslag gelegen. 

Je kunt deze kleine figuratief van Giambologna natuurlijk op detailniveau gaan vergelijken met het beeld van Michelangelo. Dat is feitelijk een belediging. Neem alleen al de omstandigheden waaronder dit beeldje gemaakt is ten opzichte van de omstandigheden waaronder Michelangelo zijn grote beeld moest maken. Dat is een wereld van verschil. En dus ook een wereld van spanning, stress, beslissingen, en uitkomst.

Je kunt het veel beter opvatten als een eerbetoon aan Michelangelo, ondanks de vrijheid die Giambologna heeft genomen om het originele ontwerp ‘af te maken’. Het is eerlijker om deze te vergelijken met die van Artus Quellinus, weliswaar van 100 jaar later, maar wie weet heeft hij het origineel van Giambologna wel gezien. Hoewel dat onwaarschijnlijk is als we het verhaal uit Dresden kunnen geloven.

 Het Museum schrijft:
(vertaling: )
Dit virtuoze beeldje is een kopie op klein formaat van een beroemd beeldhouwwerk van Michelangelo: "De Dag" uit de cyclus van de vier tijden van de dag, die als paren te zien zijn op de twee sarcofagen van de Medici-graven in de Nieuwe Sacristie van de San Lorenzo in Florence. Michelangelo's monumentale naakten, gemaakt tussen 1524 en 1534, waren artistiek revolutionair vanwege hun expressieve fysiek en vernieuwende poses, en droegen aanzienlijk bij aan de roem van de grote meester. Ze dienden als studieobjecten voor generaties kunstenaars, die ze tekenden en op klein formaat modelleerden met goedkope materialen zoals klei en was.

De Dresden-beeldjes behoren tot de vroegste voorbeelden van deze driedimensionale reproducties en nemen een prominente plaats in vanwege hun artistieke kwaliteit en de gebruikte materialen.
Hoewel albast in Toscane werd gewonnen, werd het niet gebruikt voor beeldhouwkunst. Het materiaal was echter zeer populair in de Nederlanden, waar de Vlaamse kunstenaar Giambologna, die van rond 1551/52 in Florence woonde, zijn opleiding genoot. Zijn reliëf met de "Allegorie van Francesco de' Medici" (Prado, Madrid) is het enige bekende werk in albast dat gedurende de gehele 16e eeuw in Toscane is vervaardigd. Stijlvergelijkingen met dit en andere werken van Giambologna stellen ons in staat om de Dresdener "Tijden van de Dag" te identificeren als vroeg werk van de Vlaamse meester, die herhaaldelijk benadrukte dat Michelangelo zijn grote voorbeeld was.

Vergelijken
Beleving

Wat een gigant! Is dit Zeus? De oppergod die vanuit grote hoogte bovenop zijn berg naar ons gewoel op aarde kijkt? Hij lijkt niet echt agressief maar eerder een beetje teleurgesteld , een beetje verstoord, een beetje tegen zijn zin in wakker gemaakt.

Wat is dit eigenlijk voor een lichaam? Een man van middelbare leeftijd, zo te zien aan zijn buik en de rimpels onder zijn borst? En hoe zit dat met die overmatige zware spier bovenop zijn schouderblad maar ook daaronder, die hele partij die het vlees stuwt vanuit het midden van zijn ruggengraat? En dan die armen zo zwaar als de benen van een trekpaard? En voeten en kuiten waarmee je zonder moeite van Florence naar Rome zou kunnen lopen?

Zitten die spieren wel waar ze zitten bij mensen en zijn ze dan ook zo dik? Als je leest dat Michelangelo lichamen heeft opengesneden om sectie te plegen, om te bestuderen wat er onder de huid zit, wat zie je daarvan hier dan terug? Voel ik mijzelf eigenlijk wel in dat lichaam? Nee. Er is net teveel zwaartekracht, en het is zo zwaar, dat ik kan zien en voelen hoe het in het matras drukt waar het op ligt. Dat matras zal echt wel een matras zijn want de man is naakt. En anders moet het een van de goden zijn want gewone mensen liggen niet in hun blootje op een sarcofaag.

Ik zou hem wel eens rechtop willen zien staan. Ik vermoed dat zijn benen te lang zijn en zijn heupen te zwaar, zijn rug te kort en zijn schouders te breed. Het zou zo’n geïdealiseerde atleet opleveren met enorm brede schouders, smalle heupen en als een omgekeerde piramide zijn massa afnemend naar zijn slanke, sterke voeten, met bovenop het lijf als bekroning een kop met dik, zwart haar . Er zit overal overdrijving in het lijf en daarbij zijn de verhoudingen op elkaar afgestemd. Het is een eenheid van overdrijving. De overeenkomsten met ons menselijk lichaam en de overdrijving samen maken er een bovenmenselijk persoon van: iemand die we kunnen ontmoeten, maar dan wel op zíjn voorwaarden.

Pablo Picasso, Minotaur Caressing a Sleeping Woman, 1933; coll. Boymans van Beuningen, Rotterdam.Nu ik langer naar hem kijk en mijn hersens de tijd geeft om associaties te vinden, komt onverbiddelijk een minotaurus naar boven van Pablo Picasso. Als deze man overeind zou gaan staan zou hij op Picasso’s minotaurus lijken. Hij heeft vast en zeker daarnet nog De Nacht gestreeld, die aan de andere kant op de sarcofaag ligt te slapen, voordat hij terugging naar zijn eigen ligplaats, waar hij nu nog even enigszins betrapt achterom kijkt naar ons, of wij hem aan haar zullen verraden. Want hoewel alle bronnen anders doen geloven is het echt niet duidelijk of hij zich nu opricht om een nieuwe Dag te worden, of dat hij zich juist te rusten legt. Er zou zeker logica te vinden zijn in de plaatsing op deze sarcofaag samen met De Nacht, in dat hij gaat slapen terwijl zij nog net niet het beheer over de nacht op zich heeft genomen.

Materiaal

Wat in de versie van Giambologna opvalt is de afgewerkte staat. Om te beginnen is daar het verschil van materiaal . Michelangelo’s dag is van marmer, Giambologna ’s dag is van albast. Albast is een min of meer transparante, zachte steen. Marmer is veel harder en beter bestand tegen allerlei omstandigheden. De uitstraling van albast is zachter, zeker als gekozen wordt voor de meest witte soort. En de glansgraad is over het algemeen hoger. Dat is ook duidelijk te zien bij de vergelijking van deze twee foto’s. Michelangelo’s marmer is menselijk vlees, Giambologna’s albast is doorschijnend, meer geest dan mens.

Afmetingen

De vergelijking gaat mank waar ik deze twee sculpturen even groot naast elkaar heb afgebeeld. Het beeld van Michelangelo is ruim 2 meter over de lengte gemeten, en die van Giambologna is slechts ruwweg 50 cm. Het is verschil van 4 keer de grootte maakt Michelangelo’s beeld veel meer aanwezig. We ontmoeten er een soortgenoot in, hoewel zijn massa en volume groter is dan die van gewone mensen. Het beeldje van Giambologna is een sieraad voor op de schoorsteenmantel. Je kunt het vasthouden met je ene hand en met de andere hand betasten. Dat maakt hem klein en kwetsbaar en zeker geen mogelijke opponent van onszelf. Het is de vloek van de fotografie: wat je ziet is er niet echt en dus wordt je lichamelijk gevoel uitgeschakeld. Je kunt het gewicht niet inschatten.

Aanzichten

Daarom zijn ook de aanzichten vals. We kunnen Michelangelo’s beeld ontmoeten door er iets omhoog tegenop te zien terwijl we normaal gesproken de Giambologna van bovenaf zouden bekijken. Ook dat doet iets met de aanwezigheid voor ons gevoel. De Michelangelo is meer aanwezig dan de Giambologna. Het maakt van de Michelangelo een echte sculptuur met een zekere vorm terwijl de Giambologna vooral een juweel is voor privé beleving.

Karakter

Alle overige eigenschappen en dat zijn de eigenschappen die niet tastbaar zijn, verschillen per beeld. Zo is het standpunt voor beide anders, de compositie is anders, de contour, het volume, de massa, de beweging, de tijd, de ruimte, de stilte, het licht, de kleur en het gewicht, ze verschillen allemaal. En dat heeft tot gevolg dat we beide beelden ook totaal verschillend beleven.

Onderwerp

De inhoud van beide beelden is hetzelfde. Ze zijn allebei getiteld De Dag. Dat maakt ze tot personificaties van zoiets ongrijpbaars als een dag. Want wat is eigenlijk een dag? Het verstrijken van de tijd tussen het opkomen van de zon en zonsondergang? Of wil de personificatie zeggen dat het hier niet een dag maar een heel leven betreft? Dat laatste is best aannemelijk omdat deze sculptuur geplaatst is op een sarcofaag, die staat onder het beeld van de persoon voor wie hij gemaakt is. Er is nog een aanwijzing die hier niet zichtbaar is: Giuliano, de telg van de Medici die hier is afgebeeld boven zijn sarcofaag, lijkt totaal niet op de echte mens, maar is op zijn beurt ook weer een personificatie van de hem toegedichte goede kwaliteiten. Dit betekent dat er een heel programma ten grondslag ligt aan de inrichting van de kapel, namelijk de vergankelijkheid van de mens. Dit is opzienbarend want het programma is opvallend profaan in deze religieuze omgeving. Er is nergens een aanwijzing voor de wederopstanding of de dag des oordeels te vinden. En dat in zo’n rooms katholieke, van geloof doordrenkte plek. De reformatie als in het noorden vond niet plaats in Florence, maar des te sterker was de opbloei ven het humanisme.

Kopieën

Het is aantrekkelijk om een kopie te maken van deze beelden omdat ze niet expliciet zijn toe te schrijven aan een religieuze opvatting. Ze doen inderdaad meer denken aan goden uit de klassieke oudheid, en vooral aan onpersoonlijke symboliek die overal toegepast kan worden. Het is ook geen ontheiliging van Giambologna van de beelden van Michelangelo, maar een meeliften op de roem van de grote meester. Daarmee vergroot hij niet alleen zijn eigen roem maar ook die van de meester.
Of Giambologna zich gebaseerd heeft op tekeningen van Michelangelo, of misschien ook op opmerkingen van Vasari, weten we niet. De kans is in ieder geval groot dat hij het origineel heeft gezien in de Sagrestia Nuova. Het kan ook zijn dat het zijn eigen ideeën zijn. Als je kijkt naar de zon met weelderige krullen onder het zich oprichtende lichaam van De Dag, dan ben je in het antieke Rome. De weelderigheid die je overal terugziet, zoals in de buikspieren maar ook in de afhangende doek over het rechterbeen en de wolken- of rivier-partij op de deksel van de sarcofaag waarop De Dag ligt, tekent wat we later het ‘maniërisme’ zijn gaan noemen. Een stilistische overdrijving boven op de oude Romeinse kunst. En inderdaad is Michelangelo’s origineel, hoewel maar 25 jaar eerder, strenger in zijn eenvoud op diezelfde partijen. Dit is niet zomaar een stijl vergelijking. Het heeft vooral iets te maken met wat het museum in Dresden interpreteert als de competitie tussen beide grootheden, waarbij de laatste wil laten zien dat hij de eerste niet alleen respecteert en aanvaardt als zijn inspiratiebron, maar hem tegelijkertijd wil overtreffen.

Figura serpentinata

Giambologna Sabijnse maagdenroofWij kennen Giambologna niet van deze kopie van De Dag. Wij kennen hem vooral van de Sabijnse maagdenroof die we hebben gezien In Florence, buiten onder het afdak van de Loggia dei Lanzi, tegenover het Palazzo Publico. Het is het beeld waarmee hij beroemd is geworden door de fantastische uitvoering van het serpentinata. En in wezen is de ingewikkelde draaiing van het lichaam van De Dag met zijn opgeheven knieën en zijn naar boven gekeerde schouder een regelrechte voorloper van de figura serpentinata, zoals ik in een vorig artikel betoogde. (invoegen link naar figura serpentinata in De Dag 2).

Dit beeld van de Sabijnse maagdenroof is voltooid door Giambologna in 1582. Dat is 25 jaar van dagelijkse ontwikkeling later dan zijn studie, of zo u wilt kopie, van Michelangelo’s Dag. Daarom kun je betogen dat het maniërisme niet een losse stijl verandering is, maar een voortzetting is begonnen bij Michelangelo, en door Giambologna uitgewerkt nadat Michelangelo terug is geroepen naar Rome in 1535. Zo bouwt de Vlaming door op het werk van de door hem zo bewonderde Italiaanse meester.

 (Klik op de plaatjes voor een vergroting) : 

 

Noten en fotoverantwoording

 [1] Of de wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen deze a-historische blik van mij kan accepteren is niet zeker. Maar zoals ik al eerder betoogde: ook in de beschouwing neem je jezelf mee. Johan Tahon en Helmie Brugman zijn zich zeker ook bewust van de grote kunstenaars ná Michelangelo. 

 [2] Catalogus in Duits en Engels, uitgegeven door Hirmer Verlag, ISBN 978-3-7774-3146-8 

[3] Foto Giambologna's Dag: © Skulpturensammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden. Foto: Jürgen Karpinski
zie ook: https://skd-online-collection.skd.museum/Details/Index/165882

 

 

1000 Resterende tekens