(Leestijd: 2 - 4 minuten)

ensor the astonishment of the mask wouse

In het schilderij ‘De verbazing van het masker Wouse’ lezen sommige auteurs een femme fatale met aan haar voeten groteske karakters als slachtoffers van haar verleiding. Misschien de man, de musicus en de kunstenaar. Voor de irrationele koppen aan de zijkant heeft eigenlijk niemand een verklaring. (zie bijv. http://www.moma.org/explore/multimedia/audios/159/1742 en http://jamesensor.vlaamsekunstcollectie.be/nl/collectie/verbazing-van-het-masker-wouse

 

Georg Heard Hamilton deelt Ensor in bij de symbolistische schilders, met name de Noor Edvard Munch en de Zwitser Ferdinand Hodler.1  En dat is zo’n gekke stelling niet, omdat Ensor in zijn oeuvre start bij realisten als Courbet en Manet, maar zich van lieverlee ontwikkelt, dankzij de introductie van zijn maskers, tot een ware expressionist. Met dat expressionisme bedoelt Hamilton dat het onderwerp dat wordt afgebeeld, voorrang krijgt boven de middelen waarmee het wordt afgebeeld. En het onderwerp is de verpakking van een boodschap die niet gemakkelijk te herleiden is omdat je de afspraken achter de symbolen niet kent. Wie is ‘Wouse’? Hoezo ‘verbazing’? Kun je dat zien of is de titel misleidend? Is Wouse misschien de zwarte figuur met de opgestoken hand links, die achter de vrouw met paraplu de ruimte betreeedt, en die er inderdaad als een masker uitziet dat zich verbaast. Als dat zo is verbaast hij zich kennelijk over de slachtoffers, en de reden waarom zo’n lelijke ‘femme fatale’ zoveel slachtoffers kan maken.
Niet alleen het onderwerp is fascinerend, maar ook zijn fabuleuze schildertechniek, een waar genot om naar te kijken. Het blijkt in de tentoonstelling dat Ensor houdt van verf, en meermalen experimenteert met zijn technieken.

 

ensors zus   In het portret van zijn zus Mariette ( door hem zelf Mitche genoemd) is de verf traditioneel behandeld: eerst een grondlaag aangebracht op het doek, en daaroverheen met dikke, pasteuze streken, telkens nieuwe kleuren, die de vorige laag overdekken. Zelfs de bovenste laag is op een aantal plaatsen niet - zoals gebruikelijk was - min of meer transparant, maar dekkend aangebracht over de vorige. De ondertekening en onderschildering zijn volkomen verdwenen: weg geverfd.
Op zijn latere ‘masker-schilderijen’ wordt de verf veel dunner, soms bijna als aquarel’ opgebracht op het doek, waarvan de structuur dan door de verf heen nog zichtbaar is.
     
intrigue 1890   Waarom verlaat Ensor zo plotseling de traditionele landschappen en portretten, en stapt hij over op die maskerades? Is hij echt een fantast, of is er iets anders gaande?
     
james ensor entry of christ into brussels 18881   Hamilton bekijkt de vraag historisch, en neemt Ensors oeuvre onder de loep: hij bespeurt de eerste kritiek op de mensheid in Ensors vroege schilderij De binnenkomst van Christus in Brussel, uit 1888. In ieder geval hangt daar al een groot spandoek boven de stad, met de tekst ‘vive la sociale…’ 
     
zelfportret als skelet   Andere bronnen suggereren dat Ensor wraak neemt op de sociale klasse, die zijn vader, een ingenieur, eerst had miskend, en later had verstoten. Het kan wel eens een mix zijn, van de in die tijd vaker voorkomende sociale bezorgdheid in het opkomende linkse arbeidersmilieu, en de verachting voor de als onterecht beschouwde rijkdom en welstand van de grootstedelijke burgerij.
     
hoofdzonden   James Ensor is zeker geen ‘fantast’. Hij levert commentaar. En wel op de mensen die  hij waarnam in het Oostende en Brussel van zijn tijd. Hij wil ons kennelijk niet plezieren, want daarvoor zijn de taferelen die hij schildert te ironisch. Hij wil ons vooral overtuigen, om ons door de maskers te laten zien wie wij werkelijk zijn, of laten we vriendelijk blijven: wie de mensen werkelijk waren, met wie hij te maken had.
     
 (1) HAMILTON, G.H., (1967) Painting and sculpture in Europe 1880-1940, England Penguin books Ltd pp. 118-122

 

 

 

 

1000 Resterende tekens