Direct naar uw reactie

Direct naar uw waardering

Ontmoeting

Dia22. Doppelstück
Wanneer je Het Doppelstück ontmoet in het echt en het de tijd geeft om op je in te werken, ontdek je in de rust die het Doppelstück uitademt, een verlangen in jezelf om deel te kunnen nemen aan zijn bestaan. Een vaag gevoel van heimwee naar een eeuwig zijn, niet tastbaar, niet als jager uit de prehistorie en ook niet als toevallig gelande astronaut. Maar deel hebben aan al die eeuwen dat het beeld er al staat en aan al de eeuwen dat het nog zal blijven voortbestaan. Een tijd zonder beginpunt en zonder einde. Er komt een diepe, beschouwelijke stemming over je heen en je koestert de stilte waarin je met hem verkeert.
Het Doppelstück van Ulrich Rückriem bestaat uit twee stenen. Je kunt het woord Doppelstück ongeveer vertalen als “Duo”. Maar bij duo’s denken wij altijd aan mensen, zeker als we spreken over beeldhouwkunst.
Dit beeld is wel een duo maar het doet niet meteen denken aan twee mensen.

Dia33. 26 eeuwen
Zesentwintig eeuwen, van de Egyptische farao’s tot de Achteroverleunende Figuur in Twee Delen van Henry Moore waren beelden dingen, die “verwijzen naar iets buiten zichzelf”. En dat verwijzen was natuurlijk liefst naar mensen, naar wat mensen zijn en wat mensen doen.

Het Beeld

Dia55. Doppelstück
Rückriem breekt met die 26 eeuwen traditie, dat is duidelijk. Maar hoe kom je dan uit op een werk als dit? Misschien komen we erachter door heel goed te kijken.
De twee stenen lijken erg op elkaar maar zijn niet hetzelfde. Ze hebben gaten en ruwe en gladde stukken. Ze doen erg massief aan.
Beide stenen vertonen twee horizontale breuklijnen. In die breuken zijn vijf ronde gaten op regelmatige afstanden. Door de horizontale breuken zijn de stenen in drie delen verdeeld: een basis, een relatief hoge middenpartij, en een top. De basis is iets hoger dan de top.
De middenpartij is in drie stukken gezaagd zo dat er twee smalle pijlers ontstaan aan weerszijden van het brede middenvlak. Bij de linker steen is de schuinte van het middenvlak verwijderd, bij de rechter steen zijn de schuintes van de twee pijlers verwijderd.

Dia66. Afmetingen
Op deze tekening staan de maten van het linkerdeel. Het rechterdeel is bijna hetzelfde. Het is 1 meter 90 hoog, iets groter dan de meeste mensen. Je kijkt er niet op neer, maar ook niet echt tegen op. Als je ervoor staat voelt het als een echte ontmoeting.
Het duo van Rückriem is gemaakt van natuursteen, van blauwgrijze dolomiet. Ze staan koud op de vloer, op geringe afstand van elkaar. Daardoor horen ze bij elkaar, net als farao Menkaoera en zijn koningin. Zij houdt hem ook nog vast met haar handen, maar het gaat mij om de nabijheid tot elkaar, in verhouding tot de ruimte om hen heen.
De achterkant van het Doppelstück staat loodrecht op de vloer tegen de muur, de voorkant helt achterover. In vooraanzicht zijn het rechthoeken met ruwe contouren. In zijaanzicht zijn het aan de top afgesneden wiggen. Omdat ze tegen de muur staan wordt het totaal een reliëf. Misschien doet het daarom zo Egyptisch aan.
Alle bewerkingen kunnen met de hand gedaan worden, net zoals de oude Egyptenaren het deden: daarbij is het kloven de belangrijkste en wonderlijkste handeling.
Kijk maar even naar het volgende filmpje.

Dia77. Filmpje: steen kloven
(Youtube: https://www.youtube.com/watch?v=Ytyyw8xZn6M)

Dia88. Reconstructie
Hoe is het Doppelstück gemaakt? De vergelijking met Menkaoera - die in alles een figuratief beeld is, tegengesteld aan het Doppelstück- helpt ons bij het kijken.
stap 1: Twee stenen
Het Doppelstück is gemaakt van twee verschillende stukken steen, die aan elkaar gelijkgemaakt zijn.
stap 2: horizontaal kloven
Vervolgens werden beide stenen in drie stukken gespleten. Er ontstond een basis, een middenpartij en een top. Het splijten geschiedt door een gerichte breuk, precies door het hart van voorgeboorde gaten. Na het kloven kunnen de stenen weer naadloos op elkaar aansluiten.
stap 3: verticaal zagen
Daarna werden de beide middenpartijen van de twee stenen apart genomen en in drie staande delen gezaagd. Dat is te zien aan de verticale lineaire lijn die de zaag achterlaat. De zaagsnede gaat als slijpsel verloren. Er ontstaat een kier.
stap 4: schuintes wegnemen
Van de linker steen werd toen het binnenste stuk apart genomen. Van de rechter steen werden de zijstukken apart genomen. Van alle drie die stukken werden vervolgens de schuintes afgezaagd.
stap 5: Herplaatsen
Tenslotte werden de verticaal gezaagde middenpartijen met hun gekloofde onderzijde precies op hun breukvlak op de basis teruggeplaatst. Ze vallen dus onderin, op de basis terug naar binnen, terwijl ze bovenaan even dik zijn als de top. Bovenop de middenpartijen werd de liggende top teruggelegd. Daarna werden beide stenen op enige afstand naast elkaar ruggelings tegen de wand geplaatst.

Dia99. Doppelstück samenvatting
Nu weten we hoe het gemaakt is: het was een zuiver ambachtelijk proces uit de beste steenhouwerstraditie. Ook valt ons nu op wat het resultaat precies is: beide stenen bestaan uit een harmonieus vertoon van de oorspronkelijke, natuurlijke aardkorst samen met de sporen van de ingrepen door de mens. Het is de bewuste samenhang waaruit het Doppelstück is opgebouwd: mens en natuur zijn met elkaar verbonden.
Gewoonlijk wordt natuursteen toegepast om mee te bouwen. Dat zagen we al bij Breugel. We zien het ook in de wereld om ons heen. In drempels, deuren, stijlen en bovendorpels.
Het Doppelstück is hier zowel zichzelf, steen, als zijn eigen bouwwerk. Maar als constructie is hij overbodig, want hij draagt niets, hij steunt nergens op, hij is geen onderdeel van een of ander gebouw.
Het Doppelstück is een op zichzelf gericht en in zichzelf gekeerd werk, dat bestaat uit twee verschillende individuen van dezelfde soort.

Verwantschap

Dia1111. Menkaoera en zijn koningin
Steen
Juist omdat het natuursteen is, herinnert het Doppelstück ons aan de eerst voorkomende kunstzinnige toepassing van natuursteen: die van de voorouderverering. Koning Menkaoera staat hier met een niet geïdentificeerde vrouw. Als het stel vergeleken wordt met de privé-sculptuur van het echtpaar helemaal rechtsonder, is het waarschijnlijk dat ook Menkaoera is vereeuwigd met zijn echtgenote. In het granieten beeld herken je- gezien van de zijkant- de wigvorm. Door het naast elkaar staan van de twee figuren vatten wij het paar op als een stel. Dat wordt versterkt door de synchrone naar voren komende en teruggehouden middenpartijen. Tegelijkertijd behoudt elk van de twee de eigen individualiteit. Het beeld groeit uit de achtergrond en is eigenlijk een reliëf.

Dia1212. Paaseiland
Basalt
Dit hoge maar platte beeld van het Paaseiland maakt duidelijk dat wij ook heel goed in staat zijn een mens te zien in beelden die niet nauwkeurig de mens nabootsen, maar onze vorm op een krachtige manier samenvatten. Het karakter komt overeen met het Doppelstück. Het is weliswaar één beeld maar met twee betekenisvolle aanzichten: de voorzijde gaat over wie het is, de achterzijde over wat die persoon deed.
De voorouderfiguur, genaamd ‘verborgen of gestolen vriend’ is gemaakt van basalt. Afbeeldingen met betrekking tot de religie van de vogelmens; vogels, vulva's, danspeddels in de vorm van gestileerde menselijke figuren, een ring en een gordelontwerp zijn in reliëf gesneden op de achterkant van het hoofd en het lichaam van de figuur.

Dia1313. Uta en Ekkehard.
Hout.
Een ander beroemd paar is te vinden in Naumburg en is zo’n 23 eeuwen jonger. De Duitse Gotiek maakt vooral gebruik van hout, voor zijn beeldsnijkunst. Maar aan de traditie van kunst voor machthebbers is nog niet veel veranderd. Toen de beelden werden vervaardigd, door een onbekende Meester, waren Uta en Ekkehard al ongeveer tweehonderd jaar dood;
Uta von Ballenstedt (ca. 1000-1046), volgens plaatselijke bronnen de ‘mooiste vrouw van de Middeleeuwen’, is in West-Europa nauwelijks bekend. Toch weet bijna de hele wereld hoe ze er ongeveer uitzag, want in 1937 liet Walt Disney zich door haar inspireren. In de tekenfilm Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen gebruikte hij haar beeltenis voor de ‘Boze Stiefmoeder’.

Dia1414. 2- Piece Reclining Figure v2
Brons
Henry Moore is de eerste die één mens opdeelt in twee bij elkaar horende stukken. Hij hakte dit beeld niet maar boetseerde het, en daarom is het van brons. De gaten en uitgesneden oppervlakken van deze sculptuur doen denken aan geërodeerde kliffen. Volgens Moore diende deze versmelting van menselijke en landschappelijke vormen als ‘een metafoor van de relatie van de mensheid met de aarde’. Met die opvatting is hij een regelrechte voorganger van Rückriems Doppelstück, dat ook specifiek de relatie zichtbaar maakt tussen steen als natuur en de menselijke handeling. Rückriems relatie is nog hechter omdat hij de omweg van het brons vermijdt.

Dia1515. Begraafplaats Zorgvlied
Nog een veel gekende toepassing van natuursteen is die van het grafmonument. Hier drie voorbeelden op de begraafplaats Zorgvlied in Amstelveen, waar veel beroemde Nederlanders hun laatste rustplaats vonden. De begraafplaats toont een uitbundig mengsel van niet-figuratieve en figuratieve sculpturen, elk toegesneden op de wijze waarop de nabestaanden hun voorouders het liefst in herinnering houden.

Dia1616. Rückriem Doppelstück 1977
Maar Rückriem gebruikt zijn steen niet voor een van die traditionele functies. En ondanks dat deze eerste versie van het Doppelstück veel weg heeft van de bekende grafstenen in kerkvloeren, laat hij alles weg dat direct betrekking zou kunnen hebben op een werkelijk graf. Als je goed naar de twee liggende composities naast elkaar kijkt wordt het verschil tussen zagen en kloven nog eens benadrukt. Hier lijkt iets meer toeval in het spel ten opzichte van het Doppelstück in Münster.

Besluit

Dia1818. In de groeve
Voor Rückriem ligt het begin van zijn sculptuur in de groeve: na het delven wordt volgens precieze planning het beeld door kloven verder gevormd. De breuk van het kloven verloopt altijd in één doorgaande richting en dat levert de typische geometrische vormen op, van zijn werk.. Deze vorm is tevens de meest economische, omdat er zo min mogelijk steen verloren gaat.

Dia1919. Rückriem Ohne Titel Kröller-Müller
Deze poort die lange tijd opgesteld stond bij de achteringang van de beeldentuin Kröller-Müller, vertoont in zijn intentie veel verwantschap met het Doppelstück. In zijn intentie, want er zijn geen stukken weggenomen die niet werden teruggeplaatst. Alle oorspronkelijke steen is nog aanwezig. Nauwkeurig kijken laat zien dat het vroeger één enorme steen was, die eerst in twee delen verticaal is gekloofd. Toen werd het een duo. Je kunt er nu tussendoor lopen. De rotswand heeft zich als een Sesam geopend. Alsof je het binnenste van de steen kunt beleven. Opnieuw een beeld dat niet verwijst naar iets buiten zichzelf, maar alleen zichzelf is, zijn eigen identiteit.

Dia2020. Doppelstück opnieuw
Rückriem breekt stenen open en voegt ze weer samen. Het is een overtollige handeling. En het is precies daar, dat het ambacht ophoudt, en zijn kunst begint. Bij de ogenschijnlijk zinloze handeling.
Er blijft uiteindelijk niets anders over dan het beeld zelf, ambachtelijk gemaakt van één materiaal op de meest eenvoudige en tegelijk de meest beproefde manier. Dat brengt ons terug naar de oorsprong van het materiaal, de oorsprong van de vorm, de individuele eigenheid van het werk en het bestaansrecht van het ding.
De stille tijdloze beleving van het kunstwerk was niet mogelijk geweest als het niet op deze manier was gemaakt. Had het alleen bestaan uit zaagsneden dan was het een industriële vorm geworden.
Door de manier waarop de steen behandeld is en zijn eigenheid heeft behouden, wijst het ons op dezelfde eigenschappen die wij in ons eigen leven ervaren.. Het Doppelstück spiegelt ons eigen bestaan.
Nawoord
Dat is het belang en de grote stap voorwaarts die deze sculptuur maakt: Het kunstwerk neemt zichzelf als onderwerp en onderzoekt haar eigen bestaan. Omdat ze niet een specifiek iets nabootst, houdt ze meerdere mogelijke ervaringen open. Dat maakt onze beleving breder en dieper. Het wijst ons op ons eigen bestaan en verbindt ons met alle wezens van alle tijden op aarde.

Bronnen

1) Fragmenten uit ’Sculpting the Interior of the Volume’ van Daniel Soutif, 2004
De sculptuur van Ulrich Rückriem kan zeker worden gezien als minimale, procesmatige en zelfs conceptuele kunst; als zodanig moet het worden opgenomen in de complexe geschiedenis van het werk dat sinds het midden van de jaren zestig is gemaakt. Dit betekent echter niet dat het werk beperkt kan blijven tot deze categorieën. Van minimalisme heeft Rückriems werk effectief het vermogen behouden om ruimte te organiseren door froms zichtbaar terug te brengen tot een extreme eenvoud. Maar, in tegenstelling tot de bijna axiomatische eisen die duidelijk tot uiting komen in de werken en geschriften van Donald Judd en Robert Morris, eisen Rückriem's minimale vormen, juist vanwege hun ruwe lichamelijkheid en vaak verschillende oppervlakken, niet om geïnstalleerd te worden in de euclidische, neutrale , witte ruimtes van het museum of de kunstgalerie. De openluchtomgeving, de tuin of zelfs het natuurpark werken net zo goed voor Rückriem's sculptuur, wat niet wil zeggen dat het werk op enigerlei wijze traditioneel lijkt. Rückriem is zich volledig bewust van die kant van zijn werk die te maken heeft. met proces. Bepaalde eerdere werken, zoals het vierkante stuk staal uit 1971, dat vanuit het midden is gehamerd om een ruwe cirkel te markeren en de randen op te tillen, toont dit bewustzijn duidelijk aan, wat verder wordt bevestigd door het gebruik van video door de beeldhouwer om deze actie vast te leggen in wat hij uitlegde, “het proces is belangrijker dan het resultaat.
“Zelfs in de veel talrijkere gevallen waarin het voltooide object zelf belangrijker is, getuigt het nog steeds van een proces dat de kijker kan reconstrueren. Men kan zich voorstellen dat de beeldhouwer het blok graniet of kalksteen kiest dat hij zal splitsen, snijden, polijsten en dan weer in elkaar zetten. Deze tijdelijke dimensie, naast de fysieke en permanente aanwezigheid van het voltooide object, maakt in hoge mate deel uit van de sculptuur die voor onze ogen wordt geplaatst. Zoals Rückriem heeft bevestigd: materiaal, relaties van grootte en kleur, de plaatsing van het stuk en natuurlijk het proces van werken maken vandaag, net als in het verleden, allemaal deel uit van mijn werk. Het ‘wat’ en het ‘hoe’ staan daar als de twee torens van de Dom van Keulen ... Deze uitspraak heeft echter een essentiële dubbele betekenis: het proces, dat wil zeggen het hoe van het ontstaan, is ook een aspect van de fysieke werkelijkheid van de sculptuur. Maar laten we nu eens kijken naar de sculptuur van Rückriem voor wat het is - puur en eenvoudig - voor wat het wordt gezien te geven, onafhankelijk van enige poging om een mogelijk willekeurige historische context vast te stellen. Rechtop staan zoals de meeste beeldhouwwerken en monumenten die ons zijn overgelaten door duizenden jaren van sculpturale praktijk, of op de grond liggen, breken met de traditie van verticaliteit maar misschien gerelateerd aan een ander sculpturaal antecedent, dat van de stèle of, beter nog, dat van de begrafenissteen, kunnen Rückriem's werken tegelijkertijd zowel archaïsch als modernistisch lijken. Deze dubbelzinnigheid verklaart zichzelf als we begrijpen dat het werk van Rückriem sculptuur onderwerpt aan een verschuiving van perceptie die even buitengewoon als fundamenteel is: hij beeldhouwt niet het oppervlak, maar het interieur van het volume. Hoewel volkomen begrijpelijk, is dit basisprincipe van Rückriem's werk alleen door de kunstenaar zelf duidelijk uitgedrukt: “Ik werk aan de binnenkant van het volume.” Bovendien heeft deze verschuiving in perceptie kritische consequenties: Rückriem's sculptuur wordt verwijderd van het klassieke definitie van sculptuur die het aftrekken van materiaal (geprezen door Michelangelo) verzet tegen de additieve aard van modellering. Het maakt ook elke poging om het werk uit te leggen ongepast in termen van de antithesen - oppervlak / vertelling, figuratie / abstractie, materiaal / demateriaal, object / concept, enz. - die vaak worden gebruikt om hedendaagse beeldhouwkunst te interpreteren.
De tekeningen van Rückriem brengen de sneden in kaart die daarna het materiaal zullen verdelen. De sneden zijn onderhevig aan de inherente kenmerken van de steen, maar wat nog belangrijker is, ze zijn afhankelijk van de interieurorganisatie die de kunstenaar wil bereiken. De snede wordt eerst op papier getoond - het plan - en vervolgens uitgevoerd met verschillende technieken (zaag, beitel, enz.) Op het oppervlak van de eigenlijke steen, en uiteindelijk visueel opnieuw getekend wanneer de onderdelen weer in elkaar worden gezet om het origineel te reconstrueren Zo'n proces is duidelijk even conceptueel als minimalistisch of procesmatig. Als hij over zijn werk praat, toont Rückriem dat hij zich volkomen bewust is van zijn aard, zijn “cosa mentale”: meestal worden de sculpturen gemaakt door professionele arbeiders in de steengroeve. Mijn werk is om het proces te bewaken om precies te krijgen wat ik wil. Tekenen, ordenen, onderhandelen, beslissen, afwijzen is mijn echte werk geworden.

2) Teksten
Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen Düsseldorf, Kölnischer Kunstverein, Städtisches Museum Abteiberg Mönchengladbach (1987): Texte über Ulrich Rückriem 1964-1987

3) Moai-British Museum
https://www.britishmuseum.org/collection/object/E_Oc1869-1005-1
Voorouderfiguur 'moai', genaamd Hoa Hakananai'a (verborgen of gestolen vriend) gemaakt van basalt. Afbeeldingen met betrekking tot de religie van de vogelmens (tangata manu); vogels, vulva's, danspeddels in de vorm van gestileerde menselijke figuren, een ring en een gordelontwerp zijn in reliëf gesneden op de achterkant van het hoofd en het lichaam van de figuur.

4) Steen kloven
https://www.youtube.com/watch?v=Ytyyw8xZn6M

5) S.M.A.K.
Ulrich Rückriem Doppelstück
https://smak.be/nl/collectie/de-smak-collectie?RangeInputComponent=%5B1946%2C2020%5D&DataSearch=%22Ulrich+R%C3%BCckriem%22

6) Koning Menkaura
https://collections.mfa.org/objects/230/king-menkaura-mycerinus-and-queen?ctx=2870ac61-e9c8-465f-a182-427005d2c648&idx=4
Op 10 januari 1910, in de schemering, wenkte een jonge jongen George Reisner naar de Menkaura Valley-tempel. Daar kwamen de toppen van twee hoofden tevoorschijn uit een roverskuil waarin ze waren weggegooid, perfect bewaard gebleven en bijna levensgroot. Dit was de eerste glimp van de moderne wereld van een van de artistieke meesterwerken van de mensheid, het standbeeld van Menkaura en koningin.
De twee figuren staan naast elkaar en kijken in de eeuwigheid. Hij vertegenwoordigt de belichaming van koningschap en de ideale menselijke mannelijke vorm. Ze is het ideale vrouwtje. Hij draagt de nemes op zijn hoofd, een lange kunstbaard en een omhullende kilt met een centraal lipje, die hem allemaal als koning identificeren. In zijn hand houdt hij wat mogelijk afgekorte vormen zijn van de symbolen van zijn ambt. Zijn hoge jukbeenderen, bolvormige neus, lichte groeven die diagonaal van zijn neus naar zijn mondhoeken lopen, en onderlip die in een lichte pruilmond naar buiten wordt gestoken, kunnen ook op haar worden gezien, hoewel haar gezicht een vrouwelijke vlezigheid heeft, die hij mist . Sporen van rode verf blijven op zijn gezicht en zwarte verf op haar pruik.
Zijn brede schouders, strakke romp en gespierde armen en benen, allemaal gemodelleerd met subtiliteit en terughoudendheid, brengen een latente kracht over. Haar smalle schouders en slank lichaam, waarvan de contouren zichtbaar zijn onder haar nauwsluitende kokerjurk, vertegenwoordigen daarentegen het Egyptische ideaal van vrouwelijkheid. Zoals standaard bij sculpturen van Egyptische mannen, is zijn linkervoet naar voren gebracht, hoewel al zijn gewicht op de rechtervoet blijft. Typisch worden Egyptische vrouwtjes met beide voeten tegen elkaar getoond, maar hier wordt de linkervoet iets naar voren getoond. Hoewel ze samen een basis en een achterplaat delen, en ze hem omhelst, blijven ze afstandelijk en delen ze geen enkele emotie, noch met de kijker, noch met elkaar.
Wie is hier vertegenwoordigd? De basis van het beeld, die meestal is gegraveerd met de namen en titels van het afgebeelde onderwerp, bleef onvoltooid en kreeg nooit de laatste glans van de meeste rest van het beeld. Omdat het werd gevonden in Menkaura's Valley Temple en omdat het lijkt op andere beelden uit dezelfde vindplaats die zijn naam draagt, lijdt het geen twijfel dat de mannelijke figuur koning Menkaura is. Reisner suggereerde dat de vrouw koningin Khamerernebty II was, de enige koning van Menkaura die bij naam bekend was. Ze had echter alleen een mastaba-tombe, terwijl twee niet-geïdentificeerde koninginnen van Menkaura kleine piramides hadden. Anderen hebben gesuggereerd dat ze de godin Hathor vertegenwoordigt, hoewel ze geen goddelijke attributen vertoont. Omdat latere koningen vaak met hun moeders worden getoond, hebben nog andere geleerden gesuggereerd dat de vrouw aan de zijde van Menkaura zijn moeder kan zijn. Wanneer in privésculpturen echter een man en een vrouw samen worden getoond en hun relatie wordt aangegeven, zijn ze meestal man en vrouw. Omdat privésculptuur is gemodelleerd naar koninklijke voorbeelden, suggereert dit dat ze inderdaad een van Menkaura's koninginnen is, maar uiteindelijk zal de naam van de vrouw die in dit prachtige beeldhouwwerk wordt vertegenwoordigd, misschien nooit bekend worden.

7) Uta von Naumburg
https://historiek.net/naumburg-stad-saksen-anhalt/71776/


Vertel ons wat u vindt van dit beeldverhaal.

 

Coen bruning
Ruckriem
Weer een mooie les. Volgens mij heb je ooit een scriptie geschreven over Ruckriem.
Wij hebben laatste jaren veel contact met Cornelius Rogge die veel heeft gewerkt met het “inpakken” van stenen. Hij noemde dat het ingrijpen van mens in natuur of het ondergeschikt maken van steen aan de mens. Daar moest ik bij jouw video aan denken.
Groet,
Coen

1000 Resterende tekens