|
|
|
|
WORPSCAPE
Vehicle to save the nature of the world.
Permanent artwork in the city of Deventer, The Netherlands. Earth, plants, animals & corten steel, 12 metres long.
Commisioned by Werkgroep Waanders & Kunstenlab. Owner: City of Deventer Thanks to: Werkgroep Waanders, Stichting IJsselbiënnale, Josien in ’t Hof. Also thanks to: Wij Deventer, Waterschap Vallei en Veluwe, stichting Erven Witteveen, Het Groenbedrijf Deventer.
Zie ook: https://robsweere.com/2021/04/02/worpscape/
|
|
|
Maar met zo’n opwelling ben ik nooit tevreden, dus stapten we door de drassige bodem er op af. En zie, zoals altijd als het kunst betreft, was er heel wat te beleven.
Je ziet een soort Cubaanse sigaar. Niet van tabak maar van ijzer. Hij is opengewerkt, zodat je de spanten kunt zien die hem zijn vorm geven. Hier wordt het al interessant. Want het hele gevaarte is opgebouwd uit cirkels van toenemende en afnemende diameter, op hun plek gehouden over een centrale middenas, die fungeert als goot. Die goot zat vol met gras, of in ieder geval groen groeisel, dat tot over de randen van de goot hing. Het gevaarte staat een eindje boven de grond, kunstig omhoog gehouden door gebogen rails, segmenten van een cirkel. Deze segmenten bevinden zich allebei precies even ver vanaf de punten van de sigaar, zodat er een symmetrische driedeling ontstaat. En dan gebeurt er iets opmerkelijks. Aan één zijde van de sigaar is er bovenop het derde, afnemende segment een conische vorm gelast. Een miniatuur sigaar, maar zonder de punten, waardoor hij opeens heel sterk op een straalmotor begint te lijken. Nu doet het geheel in de verte denken aan de raket van ‘Kuifje naar de maan’, maar die stond op drie poten, verticaal omhoog en deze ligt horizontaal in het gras, op zijn eigen ski-achtige voeten. Die voeten zijn een kopie van de sigaar zelf, maar dan door de helft. Elke voet draagt ook nog eens zuiver boven zijn middel een vlakke geperforeerde plaat, als een treeplank. Met een beetje fantasie kun je nu het gevaarte over het gras zien sjezen, compleet met wuivende pollen in zijn hart, aangedreven door de straalmotor, zo hard dat hij al gauw op zal stijgen in het luchtruim.
|
|
|
Het aantrekkelijke van dit luchtschip is zijn logische, eenvoudige, zuiver wiskundige vorm, die ritmisch is opgebouwd en alle overige vormen herhaalt, zonder dat die saai of overbodig worden. Het is geen raket en geen schip, het heeft een overvloed aan lucht, het draagt natuur, het suggereert te kunnen vliegen maar als die dat kon, was de lol er gauw vanaf. Want dan stond hij nu niet hier, maar nog na te trillen op Mars.
|
|
|
Dit is een van de kunstwerken die mij doen twijfelen of ik met kunst te maken heb. En er komen in dit tijdperk steeds meer van dat soort kunstwerken bij, mooie dingen om naar te kijken, esthetisch bevredigende vormen, zonder uitzondering met een boodschap voor de mensheid. En daar zit de pijn. Wie vaker iets van mij leest weet dat ik me gesteund voel door de Duitse filosoof Christof Menke, die van het kunstwerk eist dat het geen politiek, geen oplossing voor een probleem en geen journalistieke boodschap voor de mens mag zijn, maar een eigen kracht moet hebben. En terwijl ik driftig studeer op zijn begrip ‘kracht’*1 vraag ik mij af of kunst werkelijk alleen maar kracht (d.i. ‘gevoel’) is en de boodschap uitsluit, of toch, zoals bij deze ruimteboot, naast de gedroomde vorm, ook een inhoud draagt, die de zorg van de kunstenaars van onze tijd op geheel eigen wijze aan het licht brengt. En ik ben niet de enige die in deze Worpscape een vermaning leest aan de mensen, die onze aarde op het spel zetten. (Misschien is het nodig om mijn idee wat kunst werkelijk is, bij te stellen.)
|
|
|
Ik waag het om met respect voor alle auteursrechten zowel een foto van het kunstwerk als een gedicht weer te geven, dat door de toenmalige staddichter van Deventer is geschreven voor deze sculptuur:
|
|
|
 |
|
|
Gedicht door Robin Bleeker, stadsdichter van Deventer, voor WORPSCAPE
|
|
|
Van de grond
De moede aarde draait getrouw haar dagen. Wij weten ons nog in haar schoot beschut, maar zij zal ons geen eeuwigheid meer dragen; we hebben haar volkomen uitgeput.
Hoe lang nog tolereert zij onze toeren? Met roofbouw en met generaties lang grootschalig biologisch oorlogvoeren komt eens ons voortbestaan in het gedrang.
Dit lot lag al vervat in ons tuinieren; zoveel werd reeds gerooid, gewied, gesnoeid. Wat was er mis met welig laten tieren? Waartoe ons tegen alles aan bemoeid?
We raken langzaam van de ernst doordrongen nu de natuur, in al haar kwetsbaarheid, waar zo nalatig mee is omgesprongen, als zand door onze groene vingers glijdt.
Als straks het water stijgt tot onze lippen, de dijken breken door de Grote Vloed en elke ark hier stukslaat op de klippen, de mens de wereld vlug ontvluchten moet,
bestormen wij de hemel als giganten, om, als symbool van onze eigenbaat, in onontgonnen grond een vlag te planten, belichamend dat onkruid niet vergaat.
|
|
|
|
|
|
Eindnoten en fotoverwijzing
*1 Die Kraft der Kunst
Christoph Menke
Suhrkamp Verlag, 11 mrt 2013 - 179 pagina's
Alle foto’s © Mandarte (2025) tenzij anders vermeld.
|
|
Abonneren
Rapporteer
Mijn reacties