De geest van Jan Hoet waart door Nederland
Toeval: we bezoeken, op de laatste dag, de tentoonstelling in de Hallen (Haarlem) getiteld:
‘Up Close and Personal’.
Curatoren: Ann Demeester en Xander Karskens.
Net deze week uitgelezen het boek: De Luchtkunstenaar, over de vorig jaar overleden topcurator Jan Hoet. Leermeester en mentor van Ann Demeester.
En plotseling komt de tentoonstelling tot leven. Je hoort het Hoet zeggen: “Als het visionaire in andere domeinen van het bestaan vervaagt of opgegeven wordt, dan is daar, nu meer dan ooit, de plaats voor de kunst.” Je wilt het Demeester niet nadragen, natuurlijk, Hoets invloed. Maar is er iets op tegen, om te zien op wiens schouders zij staat?
19 maart ontvangen: Volkskrant Beeldende kunst prijs 2015!! Gefeliciteerd !
OPMERKZAAMHEIDSSPANNE
Aangelokt door het ongemakkelijke woord “opmerk - zaamheids - spanne”, waarvan het eerste deel Nederlands lijkt, het middelste deel Duits en het derde deel Vlaams, gingen we zaterdagavond 21 februari naar P/////AKT, aan het Zeeburgerpad in Amsterdam. Opmerkzaamheidsspanne is de titel van een tentoonstelling van Bram de Jonghe. Het is het eerste deel van P/////AKT's serie ‘Not Making Sense As Something Else’.
Als we aankomen is het al donker op het Zeeburgerpad. De neonletters ' Opmerk-zaamheids-spanne' schijnen ons tegemoet.
Kunst in het tijdperk van energie en grondstof
Worden we voor de gek gehouden? Op smalle witte sokkels, allen ongelijk hoog, liggen afgehakte, losgetrokken elektriciteitskabels. Verschillende maten, verschillend van hoogte, sommige liggend, ook op de vloer. Het ziet er esthetisch uit, door de opstelling. Door de kleuren, lijkt het zelfs op snoepgoed. We worden daar even kinderlijk blij van.
In het atelier van Nicolas Dings
Het is altijd een eer om een atelier te bezoeken.
In de intieme broedplaats van de kunstenaar staat de openbaring van het nieuwste wonder.
Dit keer in het atelier van Nicolas Dings, een fragiel kunstwerk in wording.
Een wiebelige, ronde kaartentoren, waar Goudse pijpen uitsteken.
Pas op, houdt afstand, dadelijk klapt ie in elkaar.
En dan breken de pijpen zeker!
Qualities of Violence, De aard van de kracht die betekenis verstoort
In geen enkele recensie, zelfs niet in De Groene van vandaag, lees ik twijfel. Bijna iedere auteur neemt de kwaliteit van deze tentoonstelling voetstoots aan en schrijft een ander na: over letters en alfabetten en balonnen. Kennelijk is een Engelse naam en de autoriteit van De Appel garantie voor 'kunst'. Maar is dat terecht?
Achtergebleven
De Donge vangt hemelwater in overvloed. Zij kolkt zich onvermoeibaar naar de stad.
Onderweg vangt het water regen en dingen uit de lucht: bladeren, vliegen, papier opgezweept door de wind, dansend, drijvend, verdrinkend. Compost voor de bodem.
In een oksel, waar de Donge haar water deelt met het Kromgat, zwelt de bodem van zand en slib tot een streep modder. Vogels schijten er zaad uit tuinen en parken. Wilgenzaad voorop, duikt diep in de drab. Zuurstof, warmte en water blazen er leven in en stuwen een prille kiem omhoog.
De onaanraakbare softporno van een fetisjist
Daar sta je dan, midden tussen al die blinkend opgepoetste hooglichten van Jeff Koons. Honderden mensen roezemoezen om je heen. Waarover hebben zij het, wat moeten ze in hemelsnaam zo nodig zeggen tegen elkaar? Was het hier maar stil, geconcentreerd. Laten we het geluid uit doen en kijken.
De kleren van de keizer
Over de enorm brede trap in het middengebouw ga je naar de bovenste verdieping van het Bonnefantenmuseum. Daar kom je na enig rondwandelen terecht in een enorme zaal, die is ingericht als naaiatelier. De zaaltekst schrijft: “Twee kleermakers zijn aan het werk in een groot atelier. In de ruimte zijn alle machines aanwezig om de kleding te kunnen maken.
Maatschappelijk engagement in de kunst
Net voordat we bij de galerie aankomen, zien we een stroom jonge studenten de groene deur binnengaan. We twijfelen niet en sluiten ons aan, misschien zullen we nog iets moois te horen krijgen. Maar nee, er wordt geen toespraak gehouden en geen gesprek gevoerd. Ieder bekijkt de aanwezige kunstwerken voor zichzelf, er wordt nauwelijks gesproken. Alleen de twee docenten die de groep begeleiden, spreken zachtjes, maar intens met elkaar. Na ongeveer tien minuten verlaat de groep, nog steeds in stilte, de galerie. Ik snap er niets van. Zijn wij dan niet in een galerie maar in een tempel, een heiligdom waar niet gesproken mag woorden? Wat een verloren kans. Ik geef het toe: deze kunst is niet gemakkelijk. Maar dat is juist des te meer reden om er over te praten met elkaar, en dan vooral in aanwezigheid van de kunstwerken.
De open ateliers van de Rijksacademie
Opwinding maakt zich van ons meester. we bezoeken de open ateliers van de rijksacademie in Amsterdam. Dat doen we al jaren. We verwachten er de toekomst.Het is niet zo logisch dat wij er altijd heengaan. Want het voelt niet helemaal lekker. Je bent er eigenlijk een soort voyeur, die binnen kijkt bij kunstenaars die daar eigenlijk nog niet klaar voor zijn.De rijksacademie is geen galerie. Het gaat hier niet om kant-en-klare producten van kunstenaars die hun weg al hebben gevonden. Nee, hier heerst de twijfel. Af is er niets, gereed is er nooit. Hoogstpersoonlijke ontwikkeling krijgt aandacht en daar loop je tussendoor. Je bent getuige van een gebeuren en je vraagt je af: wat bezielt deze mens om dit te proberen, met dit materiaal, deze techniek, in deze vorm? Vaak is de toekomst ook hier op zijn best, een knappe voortzetting van het verleden, ambachtelijk en soms herkenbaar.
' Zoek er maar een uit,' zegt Jan gul. Ik laat mijn blik vervolgens dwalen langs de ontelbare schilderijen van veel verschillende maten. Van zeer klein, pakweg 10 x 10 cm tot 40 x 50 cm. Er hangen er wel 100 op een witte verplaatsbare wand.
Het Stierengevecht als beeldspraak
Dit is ongeveer de volgorde:
eerst zag ik op een houten blad een Louis XV-tafeltje met een zwart bovenblad: onmiddellijk moest ik denken aan een klassieke vleugel, zo’ n platliggende piano. Dat komt denk ik doordat een vleugel ook altijd van boven zwart is en voor mijn gevoel topzwaar. De Lodewijk stijl wordt gekenmerkt door topzware meubelen, stoelen, kasten, tafels, die omhoog gedragen worden door elegant gestoken uitlopende pootjes. Hoe later, des te speelser en lichter. A-symmetrisch krijgt het de naam rococo, dat wij tegenwoordig aanzien voor overdadige sierlijkheid en versiering.
18 beeldhouwers bij RAM
Voordracht bij de opening van de tentoonstelling sCULpTUUR in RAM Rotterdam
09-11-2014 17:00uur
Dames en Heren,
Op de uitnodiging, die ik voor deze opening ontving, staat in hoofdletters CULTUUR. Daar doorheen in kleine letters een aanvulling, die leest als sculptuur: sCULpTUUR. Je zou het kunnen interpreteren als: “CULTUUR is de hoofdzaak, en sculptuur komt daar uit voort”. Misschien is dat wel het uitgangspunt geweest bij het samenstellen van deze tentoonstelling. Als dat zo is, wil ik me eerst maar eens afvragen wat cultuur is, voordat ik het over sculptuur kan hebben.
De illusie van de werkelijkheid
DordtYart 2014, Artist in Residence: Kay Schuttel
Het is zaterdag 27 september 2014. In de hal van DordtYart beklimmen we de ijzeren trap en komen op de eerste verdieping, in een ruimte van ca. 20x 20 meter. De ruimte ligt aan de voor- en zijkant aan de straat met ramen die uitkijken op de Merwede.In de ruimte hebben drie kunstenaars hun architecturale werk opgesteld. Een van hen is Kay Schuttel (1985).
In de hoek bij de ramen heeft ze op ooghoogte een IPad opgehangen, die life verbonden is met de buitenwereld, om precies te zijn met zicht op een pad dat vanaf DortYart naar de Merwede loopt, circa honderd meter vanaf dit gebouw.
In het echt zien we hetzelfde, alleen op ware grootte. Het wandelpad, dat vanaf de weg voor het pand langs loopt, eindigt bij het water. Er staan wat houten keten op de kade en er lopen wat mensen. Datzelfde zien we dus ook op de monitor van de IPad. Het maakt ons nieuwsgierig, wat is er zo boeiend aan het uitzicht, dat het ook nog eens te volgen is op een schermpje? Dan zien we onder de Pad drie koptelefoons hangen. Als we ze opzetten, verschijnt uit het niets een jonge vrouw met woest opgestoken haren die iets pakt en daarmee in hoog tempo wegloopt.