wolkendrager nw150   In het gezellige restaurant van Het Stedelijk Museum Kampen staat een groot beeld: een man die gebukt gaat onder de loodzware last van een wolk. De wolk is loodgrijs van kleur. De man schuifelt, stap voor stap, met lege handen die bijna de grond raken, voorwaarts. Hij is gekleed in een blauwe broek en een groene trui, zijn golvende haar onberispelijk op zijn schedel geplakt. Keurige zwarte herenschoenen. Als hij zich op zou richten, zou hij even groot zijn als wij. Onmiskenbaar een man van deze tijd.
wd2 150  

Hij doet me onmiddellijk denken aan het vers:

‘Een mens lijdt dikwijls ’t meest, 
door 't lijden dat hij vreest, 
doch dat nooit op komt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen,
dan God te dragen geeft.’

Dat vers, dat waarschijnlijk al eeuwen oud is, geeft Paul de Reus hier eigentijds gestalte.

     
tekening   Dat is belangrijk, zo blijkt  in de rest van deze wondermooie tentoonstelling, want het lijkt erop dat de beeldhouwer zich vaak laat inspireren door literatuur en door beeldspraak. Zo vinden we in de tentoonstelling verwijzingen naar dieren die zich als mensen gedragen, naar fabels en zelfs naar de klassieker Animal Farm van George Orwell, de satire over De Stalinistische Communisten na de Oktoberrevolutie in Sint Petersburg.
     
familie   Maar de beelden van Paul de Reus zijn niet zwaar politiek of super maatschappelijk geëngageerd, maar gaan over de mensen zelf, en hoe die hun werkelijkheid beleven. De meeste zijn net als De Wolkendrager verscholen onder humor en vooral intiem: ze ondervragen ons over wie wij zijn en prikken door tot in onze diepste twijfels.
     
onderderok150   Zo staat in de eerste zaal die je binnenkomt, als een directe ontmoeting, een reus met zijn hoofd onder de jurk van een blondine, die op zijn schouders zit. Het beeld is zo groot dat je er niet om heen kunt. Wat betekent het, of beter, wat doet het met je? Is de vrouw echtgenote of moeder? Verwijst dit naar Oedipus? Of bedoelt de beeldhouwer dat elke man de vrouw op zijn schouders moet dragen, en dat zij altijd verder kijkt dan hij, ook al is hij groter en sterker? Is die dikke bult onder haar jurk niet alleen zijn hoofd, maar ook een teken van haar zwangerschap? Zal een vrouw dit beeld trouwens anders ervaren dan een man?
     
onderderokdetail150   In ieder geval voelt zij zich niet bedreigd door de man die haar draagt, dat kun je aflezen aan haar enigszins verbaasde blik, het gebaar waarmee ze door haar haren streelt, en de rustige, vastberaden handen van de man, die op geen enkele seksuele toenadering  duiden. Toch voel het als toeschouwer enigszins ongemakkelijk. Alsof je twee geliefden betrapt in hun droom. Alsof hier iets gebeurt, een verlangen gestalte krijgt, dat het algemeen fatsoen niet verdraagt. Alsof jezelf een van de twee zou kunnen zijn.
     
overzicht150   Het heeft er alle schijn van dat dit ongemakkelijke gevoel dat wij liever vermijden, dit gevoel dat wij moeten bekennen dat we toch niet helemaal zijn wie we zouden willen zijn, juist het hoofdthema is van de beelden van Paul de Reus. Hij doet er niet belerend over en al helemaal niet neerbuigend, maar hij toont onze kleine kortzichtigheden en onze heimelijke verlangens met milde ironie. Niets menselijks is ons vreemd en het is allemaal toegestaan en vooral: het is heus niet zo privé als we denken, want we kennen het allemaal. Ook als is het nog zo schijnbaar verborgen en intiem.
     
poes3dtv150   Donderdagavond 18 oktober 2012 hield dr. Jeroen Damen een lezing over deze beelden. Met een korte inleiding spiegelde hij de beelden van Paul de Reus aan die van enkele andere beeldhouwers uit onze tijd, en aan de begrippen Mimesis en Metafoor, om de kunsthistorische positie van de beeldhouwer toe te lichten. Daarna nam hij de deelnemers mee door de tentoonstelling en besprak  enkele werken, zowel tekeningen als beelden als de typische 3dtv’s van Paul de Reus. De kunstenaar zelf was aanwezig en werd door Jeroen Damen samen met de aanwezigen in het gesprek betrokken. Het werd een mooie, lange en inspirerende avond!
     
    Hier volgen enkele fragmenten uit de lezing:
     
   

Van Mimesis Naar Metafoor

    Goedenavond dames en heren. Opnieuw is het de directeur van dit stedelijk museum, Stan Petrusa, gelukt, om na de prachtige tentoonstellingen van Henk Visch en Adriaan Rees een nieuwe tentoonstelling samen te stellen van een eigentijdse Nederlandse beeldhouwer. Dit keer is dat Paul de Reus. Op de eerste plaats wil ik allen, het museum, de medewerkers, de directie en Paul de Reus van harte feliciteren met deze prachtige tentoonstelling.
Ik voel mij vereerd door de uitnodiging om daar vanavond aandacht aan te besteden, en ik doe dat graag met een inleiding en daarna met een wandeling, met u, door de tentoonstelling. De beeldhouwer is vanavond ook aanwezig. Daardoor voel ik mij nog meer vereerd, maar wees niet ongerust, ik zal hem heus niet naar de bek praten. Juist in de kritische reflectie op elkaar ontstaat vooruitgang en ik ben nu eenmaal liefhebber van vooruitgang. Zonder kritische reflectie op elkaar sluiten elkaar juist buiten. Ik hoop dat u Paul de Reus straks, tijdens en na de tentoonstelling, weet te vinden; hij zal graag met u praten over de beelden die we vanavond zien.
     
de gift 150w  

Maar zo ‘onschuldig’ en lief als de buiten-beelden zijn lang niet al Pauls beelden:
Dit beeld van een vrouw met een kwakje sperma in haar hand wordt wel degelijk als confronterend ervaren. Het heeft als titel De Gift. Een mooie titel die de taal, laten we zeggen, de figuurlijke uitdrukking in een bepaalde richting wijst: ‘daar sta je dan met miljoenen niet verwekte kinderen in je hand’.
Nu blijkt het gelijk en de waarde van Paul Ricouers denken: want de figuurlijke uitdrukking gaat veel verder dan wat er te zien is: er heeft zich een heel intieme activiteit afgespeeld, direct voorafgaand aan de houding van deze jonge vrouw. Kortom, er is heel wat verborgen dat niet direct in het beeld zichtbaar is, maar wel in ons wordt opgeroepen. Bijvoorbeeld wat de vrouw ervan denkt, die dit kwakje in haar hand houdt. Of voor ons als toeschouwer wat wij ervan vinden dat wij hiermee worden geconfronteerd.
Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat dit beeld openbreekt voor ons, dat wij beseffen dat we al deze emoties met elkaar delen, dat we niet alleen zijn in deze ervaring, en dat wij ontdekken dat wat volgens ons altijd heel erg privé was, zich afspeelt bij heel veel mensen.
Tegelijkertijd openbaart zich de kracht van sculptuur: het toont iets wat wij normaalgesproken niet te zien krijgen, omdat de ander een drempel opwerpt die wij niet kunnen overschrijden. Tegelijkertijd zet het de actie stil, zodat wij de volle gelegenheid krijgen om er over na te denken.
Juist het stilzetten van de emotie in het stilstaande beeld geeft de mogelijkheid tot overpeinzing ná onze eerste schrik. En daarmee doet het nog iets. Het maakt dat wat wij zien bespreekbaar. Wij kunnen er nu over praten, zowel over het beeld, als over wat het bij ons oproept.

Heel vaak gebeurt dat niet. Heel vaak uiten wij eerst onze emotie en vergeten dat het beeld ons die mogelijkheid biedt om verder te praten met elkaar. Dan krijg je zoiets als: "getverderrie". Maar in dat getverderrie ligt zoveel emotie besloten dat je er nauwelijks meer omheen kan. En dan ben je overgeleverd aan je zelf en zul je moeten bepalen wat jij er nu eigenlijk van vindt en daarom of het je zo afstoot, of misschien zelfs bevrijdt. Het beeld is niet vies, maar het confronteert je met jezelf.

Deze jonge vrouw, die er niet overdreven sexy of hoerig uitziet, maar gewoon en gewoon aantrekkelijk, dus niet overdreven uitdagend of bedreigend, is geen portret. Zij is niet iemand die wij weg kunnen sturen wegens onfatsoenlijk of aanstootgevend gedrag. Zij is zo algemeen dat zij ons duidelijk maakt dat het niet om een specifiek persoon gaat maar om ons allemaal. Ze is een deel voor het geheel. Ze is een van ons. Zij deelt haar intimiteit met ons en maakt ons daarmee bewust van onze eigen intimiteit.

Ik denk niet dat het toeval is dat directeur Stan Petrusa in deze tentoonstelling heeft gekozen voor veel van dat soort, wat ik noem ‘ intieme’ beelden van Paul de Reus. In een tijd die bol staat van het nieuws over misbruik in de kerk, in kindercrèches en in pleeggezinnen, die tegelijkertijd een tijd is waarin 4 miljoen mensen zich op zondagavond nestelen voor de televisie om daar te gaan kijken hoe hordes vrouwen hun favoriete boer proberen te krijgen, moet intimiteit, en ook seksuele intimiteit, opnieuw overdacht worden. Daarbij gaat het niet om valse sentimenten, of om belerend met het vingertje wijzen, maar om het in ogenschouw nemen van alles wat met intimiteit te maken heeft. Het blijkt dat beeldhouwer Paul de Reus daar een uitstekende weg voor heeft weten te vinden: namelijk het stilzetten van de beelden op het moment dat onze emoties het hardst door elkaar geschud worden.
In dit museum met zijn op zich zelf prachtige en intieme binnenruimtes kan dit natuurlijk beter dan in de openbare ruimte. Het lijkt me een goed moment om samen in de tentoonstelling naar de andere beelden te gaan kijken. Want daar is nog veel moois te ontdekken.
Ik dank u wel.

     

1000 Resterende tekens